Minister Verburg prijst pelagische sector
Toine Dorpmans
“Als een van de weinige sectoren heeft de pelagische visserijsector de hele keten – van visser tot consument – onder controle. Dat wil zeggen dat de bedrijven zowel de vangst, de opslag en het transport, als ook de marketing en de verkoop van diepgevroren vis voor hun rekening nemen. Dit is een prachtig voorbeeld van samenwerking in de keten”, aldus minister Verburg in haar toespraak op Vlaggetjesdag.
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, opening kantoor rederij Van der Zwan, 13 juni 2009.
Voordat ik dit prachtige nieuwe hoofdkantoor van rederij Van der Zwan ga openen, wil ik toch even kort terugkijken op deze dag.
Het is altijd een genot, Vlaggetjesdag. Een belangrijk moment om de haring in het zonnetje te zetten. Want laten we niet vergeten, met haring is het allemaal begonnen. Eeuwen terug, met kleine houten bootjes, je leven niet zeker. Nu, met onze pelagische vloot, die met diepvriestrawlers de wereldzeën bevaart, en die de naam van Nederland als roemruchte vissersnatie weer alle eer aandoet.
En terecht, want er is veel bereikt. Als één van de weinige sectoren heeft de pelagische sector de hele keten – van visser tot consument – onder controle. Dat wil zeggen dat de bedrijven zowel de vangst, de opslag en het transport, als ook de marketing en de verkoop van diepgevroren vis voor hun rekening nemen. Dit is een prachtig voorbeeld van samenwerking in de keten.
Binnen de sector wordt ook goed samenwerkt. Niet alleen nationaal, maar ook internationaal. De sector speelt een actieve rol in internationale overlegsituaties, waar het visserijbeleid wordt besproken en geformuleerd. Denk aan de Regionale Advies Raden, de Europese Commissie, nationale regeringen, regionale visserijorganisaties en andere stakeholders.
Minstens zo belangrijk vind ik ook dat de reders en de vissers van de pelagische vloot snel, flexibel en toekomstgericht hebben ingespeeld op veranderende omstandigheden. En dat was ook nodig. Nog niet eens zo heel lang geleden heeft de grote zeevisserij, zwaar gebukt onder de problemen, de stap gezet om zich te specialiseren in het invriezen op zee. En die stap heeft zich uitbetaald. De pelagische sector is nu zeer energie- efficiënt bezig en de vissers besteden hun tijd op zee buitengewoon doelmatig.
Wat ik verder niet onvermeld wil laten op deze Vlaggetjesdag, is dat de haring die u vandaag eet, zeer waarschijnlijk duurzaam gevangen is. Zoals u weet, werden 3 jaar geleden al de Nederlandse schepen die op Noordzeeharing visten, als eerste vissers binnen Europa MSC gecertificeerd. En nu zijn ook de Schotse, Noorse en Zweedse haringvissers gecertificeerd. Alleen de Denen zijn nog in afwachting van het certificaat, maar die verwachten dit binnenkort te behalen. Dat betekent dus dat bijna alle beschikbare Hollandse Nieuwe, het MSC logo mag voeren. En dat is weer een goede stap voorwaarts, richting duurzaamheid.
En dat is – dames en heren – precies ook waar ik deze Scheveningse dag mee ga eindigen. Met een goede stap voorwaarts. Want zo wil ik dit prachtige nieuwe onderkomen van rederij Van der Zwan hoofdkantoor typeren.
In augustus 2006 werd het vorige bedrijfspand door een enorme brand totaal verwoest. Gelukkig vielen er geen slachtoffers. Maar wat het toch tot een drama maakte, was dat er vele dierbare herinneringen in de vorm van foto’s, schilderijen, scheepsmodellen verloren gingen. Het hart was daarmee toch een beetje uit het bedrijf gerukt.
Gelukkig kon u wel meteen weer aan de slag. U kreeg een nieuw bedrijfspand aangeboden, en ik begrijp dat u na 48 uur alweer in bedrijf was. Ja, dat heb je met die pelagische jongens. Niet lullen, maar poetsen, noemen ze dat in Rotterdam. En nu, nog geen drie jaar na die zwarte dag in de zomer van 2006, staat het nieuwe hoofdkantoor er. Natuurlijk in het uw zo geliefde Scheveningen op het – zoals u het zelf zegt – mooiste plekje van Nederland.
Ik ga het gebouw zo – met veel plezier – openen. Maar eerst wil ik u alle geluk toewensen voor de toekomst. Ik hoop dat u in dit gebouw veel nieuwe en mooie herinneringen gaat vormen, zodat dat hart zich weer langzaam kan gaan vormen.
En tenslotte hoop ik natuurlijk dat u doorgaat met uw natuur- en milieuvriendelijke manier van werken. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan uw besluit om te gaan werken met klimaatvriendelijke koudemiddelen. Hulde daarvoor, want zoals directeur Gerard Zwijnenburg ook al opmerkte tijdens een interview: ‘we leven van de natuur, dus we zijn verplicht er zuinig op te zijn’. Ik zou daar dikke uitroeptekens achter willen zetten.
